La ilaha illa ‘llah

image004

Eind augustus 2009 danste ik vele Zikrs met Murshida Leilah Be, die vanuit Hawai naar Europa was gekomen. Leilah Be is senior gids in de Ruhaniat orde, de lijn van Samuel Lewis. Zij componeerde veel prachtige Zikrs, waarvan wij  twee dagen lang mochten genieten. Het was een heel bijzondere ervaring: twee dagen lang alsmaar ‘La ilaha illa ‘llah hoe’ en geen enkele dans met een partner. Het bracht me diep, heel diep naar binnen.

De workshop was een mooie aanleiding om eens te gaan kijken wat de diepere betekenis is van deze woorden, die zo’n enorme impact kunnen hebben.

De exoterische betekenis
Gelukkig is er Wikipedia, de online encyclopedie, die als vertaling van ‘La ilaha illa ‘llah’ geeft: “Er is geen godheid dan God’. Waarbij aangetekend moet worden, dat het woord God een vrouwelijke- en een meervoudsvorm kent, wat bij het woord Allah niet het geval is. Letterlijk staat er (Arabisch lees je van rechts naar links):

image007

la, wat nee of geen betekent; het ontkent dat wat volgt.

image008
ilaha, wat god (met kleine letter), godheid of vergoddelijking betekent.

image009
illa, dat betekent, alleen, behalve of maar.

image010
Allah, de eerste A wordt niet uitgesproken omdat illa op een a eindigt.

In de Zikr wordt hier ‘hoe’ aan toegevoegd.

“Allah”, zegt Wikipedia, “is een samentrekking van ‘al’ (lidwoord) en ‘ilah’ (het- of datgene wat aanbeden wordt). Allah wordt in Arabisch sprekende landen en op Malta ook door Joden en Christenen gebruikt”. Het woord Allah is verwant aan Alaha (Aramees, de taal die Jezus sprak), Elohiem(Hebreeuws, meervoud van Eloh – god) en Elat (Oud-Kanaänitisch). Dit zijn allen Semitische talen.
Andere wat vrijere vertalingen van ‘La ilaha illa ‘llah’ luiden: Niets bestaat behalve God. Er bestaat niets behalve de Ene. Er is geen werkelijkheid buiten de werkelijkheid.

Veel moslimbaby’s krijgen direct na hun geboorte deze zin, het credo van de Islam, in het ene oor gefluisterd; in het andere oor wordt de azan (de oproep tot gebed) gefluisterd.

De esoterische betekenis
“Voor de Soefi”, zegt de site van ‘mystic saint’, “is ‘La ilaha illa ‘llah’ het meest betekenisvolle credo in heel de schepping. Het is de basis van alle kennis, het is de bron van alle weten. ‘La ilaha illa ‘llah’ geeft zowel een verklaring van de goddelijke waarheid, als een les hoe het te leren kennen; en wel door het vernietigen van alles wat onecht is. Het betekent dat Allah het enige is dat bestaat en dat de snelste manier om de Eenheid te leren kennen de ontkenning van al het andere is”. (…) “In het soefisme heeft het woord ‘vernietigen’ betrekking op het verstand (geen geloof hechten aan). Het is niet een ontkenning van het uiterlijke bestaan, alleen een verwerpen van enige andere werkelijkheid, anders dan de Enige Ware Werkelijkheid (dat wat overblijft als al het andere weg is)”.

image011

Pir Zia wees eens op de mystieke uitleg van de naam ‘Allah’ die Najmuddin Kubra, de 13e eeuwse Iraanse Soefi die veel over het Zelf als de bovenzintuigelijke Lichtgids  geschreven heeft, gaf. Kubra zegt: “’Al’ betekent de (lidwoord), de dubbele ‘L’ wijst op een intensivering van de betekenis, te vertalen als ‘de werkelijke’ of ‘de ware’”. “De ‘H’”, zegt Kubra, “is het geluid van de ademhaling” in mystieke termen betekent ‘Allah’ dan de werkelijke of de ware adem. Kubra spreekt dan van de wezenlijke adem.

Ooit vertaalde Myra van Leer een lezing van Pir Vilayat over ‘La ilaha illa ‘llah Hu’. Pir beschrijft zijn ervaringen met de Zikr en geeft de betekenis van de woorden en van de bewegingen die je tijdens het reciteren maakt.
“Ilaha, zegt Pir, “betekent Goddelijkheid, het is het aspect van God, dat existentieel is. Er is dus geen goddelijkheid, behalve de goddelijkheid van God in het bestaande. Tijdens het uitspreken van ‘La ilaha’ reiken we omhoog en bij ‘illa’ keren we naar binnen, naar de leegte van waaruit dan de A (de a van ‘illa’) te voorschijn komt. Dat is het moment waarop onze nieuwe geboorte door de existentiële wereld heen slaat”.

In ‘De mystiek van het geluid’ zegt Hazrat Inayat Khan: “De  A stelt de openbaring van het mystieke, het abstracte geluid voor. Wanneer het geluid voor het eerst vorm aanneemt – op het uiterlijke gebied – wordt het A. In alle talen begint het alfabet met de A. Om de A-klank te zeggen, hoef je alleen je mond wijd open te doen; je tong en je tanden zijn niet nodig”.

‘In de Semitische talen’ legt Pir Vilayat verder uit, ‘wijst de ‘L’ op een verbinding.  In dit geval is het de beweging van het ene stadium van de A tot in het andere stadium. Bij de laatste letter, de ‘H’ heb je alle ‘L’len en ‘A’ ‘s achter je gelaten. De H staat voor de adem, de geest, de onzichtbare manifestatie van het goddelijke.” De Hebreeuwse letter H, de ‘Hee’, betekent venster. Door een venster komt het (goddelijk) Licht naar binnen in de woning en zo ook in het lichaam.

In bovengenoemd boek wijst Hazrat Inayat Khan erop dat het geluid van het Abstracte te horen is in het stromen van water, in het geklingel van bellen, in het zoemen van bijen en dat het dan overgaat in ‘Hoe’, het allerheiligste geluid. “Mystici” schrijft Hazrat Inayat Khan, “hebben het Opperste Wezen altijd gekend als ‘Hoe’, de natuurlijke naam, niet door mensen gemaakt, de enige naam van de Naamloze die door de ganse natuur onafgebroken wordt uitgesproken.” (…) “Dit alleen is de ware naam van God, een naam die geen volk en geen godsdienst zijn bijzonder eigendom kan noemen. Het is het Woord dat in den beginne was, het Woord dat bij God was, het Woord dat God was, zoals de evangelist Johannes dat beschrijft in de eerste regel van het naar hem genoemde evangelie”.

image012

“Hier” (bij de H), gaat Pir Vilayat weer verder, “kom je bij de top, het is de staat van Samadhi, je bent dan in een staat van suspensie”. Die pauze, die staat van suspensie, is het moment waarop je de eeuwigheid van je wezen ervaart. Het is de eeuwigheid van de Goddelijkheid in je en dat vraagt om een totale ontkenning, om een totaal loslaten van je individualiteit. “Dit zijn dingen” zegt Pir Vilayat, “die je ontdekt als je de Zikr herhaalt”.

Een anekdote
Dan vertelt Pir Vilayat wat hem eens overkwam tijdens het reciteren van de Zikr: “Toen ik jonger was, was ik in Ajmir, ‘s nachts, de Zikr aan het reciteren. Het was een magische plek, er waren mensen aan het bidden en aan het chanten en sommige sliepen gewoon op de marmeren vloer. Er was daar een bijzondere derwish, een musicus die op de rudra vina speelde. Ik zat daar de Zikr te herhalen en ik werd zo bewogen door de muziek, dat ik de Zikr beter zei dan ooit tevoren. Ik durfde niet naar hem op te kijken, want als je de Zikr aan het zeggen bent, wordt je geacht niet om je heen te kijken, maar goed geconcentreerd te zijn. Toen – op een zeker moment – was er een onderbreking en ik durfde mijn hoofd naar hem toe te keren. Ik kon mijn ogen niet geloven, want hij leek precies op mijn vader. Ik kon ‘t niet geloven. Op het moment waarop ik naar hem keek, stond hij op en kwam hij naar mij toe. Hij zei: “Ik heb een boodschap van je vader”. Hij vroeg: “Keer je je hoofd omhoog als je ‘Hoe’, zegt ? Dat is samadhi. Je moet ontwaken in het Léven, niet in samadhi”. Toen ging hij weg en hij ging door met zingen. Natuurlijk verbeterde ik wat mij was opgedragen. Dat was een echte transit in mijn leven, want in het begin was ik op zoek naar samadhi en nu realiseerde ik me de waarde van het ontwaken in het leven”.

Hanifa Bergers

Terug